De kerk van Weiwerd staat hier nog fier overeind, maar de treurende bomen voorspellen weinig goeds. Foto: RCE, Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed.
Waarschijnlijk verrijst ergens in de middeleeuwen een kerk van kloostermoppen met stompe toren op de wierde, die omgeven is geweest door een gracht. In 1877 is de oude kerk vervangen.
In 1976 koopt het Havenschap Delfzijl de kerk van de Nederland Hervormde Gemeente Farmsum, Oosterhoek, Meedhuizen, waar de kerkelijke gemeente Weiwerd is opgegaan. Wat het Havenschap betreft is de aankoop een vervolg op het ingezette beleid, te weten de aankoop van het gehele dorp Weiwerd, inclusief de kerk en de begraafplaats.
Interieur van de kerk van Weiwerd gezien naar het oosten met de preekstoel. Bron: RCE, Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed.
Foto links: De preekstoel van Weiwerd hier geplaatst in de kerk van Kropswolde. Foto: Stichting Groninger Kerken.
Met toestemming van het Ministerie van WVC wordt op 6 januari 1984 tot de sloop besloten. Door de inwoners van Weiwerd wordt de voorgenomen sloop gezien als een verarming van het dorp; er zijn echter geen bezwaren ingediend. Orgel, kerkbanken, de 19e -eeuwse preekstoel, uurwerk, klok en de koperen windvaan (haan) worden aan de kerkvoogdij geschonken. Deze vindt, in samenwerking met andere Nederlands Hervormde Gemeenten nieuwe, nuttige plaatsen voor de waardevolle historische voorwerpen[1].
Het uurwerk, vervaardigd door A.H. van Bergen te Heiligerlee is in 1947 in de kerk van Weiwerd geplaatst en komt in 1984 in de toren van Uitwierde terecht. De klok is als luidklok verhuisd naar Farmsum.
Na een grondige restauratie is de preekstoel in de kerk van Kropswolde geplaatst[2]. Deze wordt in 1986 gelijktijdig met de gerestaureerde kerk aldaar opnieuw in gebruik genomen. De monumentale zerk die in de toren is gemetseld en nog afkomstig is uit de kerk van vóór 1877, komt uiteindelijk terecht op de begraafplaats (zie: De geschiedenis van Weiwerd).
De preekstoel met doopvoont en doophek in de kerk van Weiwerd. Bron: RCE, Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed.
Bevrijding 1945
Tijdens de bevrijding van 1945 is de kerk zwaar beschadigd. In 1947 is de kerk weer hersteld en gerestaureerd. Een gedenkplaat in de zuidelijke binnenmuur van de toren herinnert aan deze restauratie. De gedenksteen is, voorzover bekend, niet meer aanwezig en heeft de volgende tekst gedragen:
“Deze kerk werd tijdens de bevrijdingsdagen in het jaar 1945 door granaattreffers zwaar beschadigd en in het jaar 1947 hersteld en gerestaureerd onder het bestuur van de president-kerkvoogd B. Atsema toen H.T. Buurma en D. Lesman kerkvoogden waren en H.G. Alting rentmeester was. De werkzaamheden stonden onder leiding van de bouwmeester ir. P. van Loo B.I. te Groningen en werden uitgevoerd door de Fa. Hageman en Wieringa te Weiwerd in samenwerking met de Fa. van Eisden en Zn. Te Delfzijl”[3].
Klokken
Op de klok staat de volgende inscriptie:
O REX GLORIE VENI CUM PACE. KIALINGUS, PLEBANUS,RENICUS ET WIBRANDUS, ADVOCATI[4].
Deze klok is gekocht in 1877. Herkomst onbekend. Voor de klok is na de afbraak van de kerk een nieuwe bestemming gevonden als tweede luidklok in de Ned. Herv. Kerk te Farmsum, aldaar geplaatst in 1984.
In de kerk, die in 1877 is afgebroken heeft een klok gehangen met de tekst;
JOACHIM RIPPERDA, WILRICK ELTKENS,ROTGER EVERS, JOHANNES ARTOPAERS, PASTOR, DEN 29 MAI ANNO 1604
N.B. Sedert 1877 niet meer aanwezig. Vermeld: CVO. Lees voor ARTOPAERS wel ARTOPAEUS. GDW, blz. 729, nr. [4042][5].
Zie voor meer uitleg over de klokken: De geschiedenis van Weiwerd.
Uitsnede van een ansichtkaart met daarop de kerk van Weiwerd mpg om volle glorie. De toren en de westzijde van de kerk zien we hier nog in de oorspronkelijke kleuren, de muren zijn al bepleisterd. De windvaan heeft het tot de sloop van de kerk op de top volgehouden. Bij het verwijderen blijkt dat granaatscherven uit WOII de windvaan wel hebben beschadigd. Foto: 1938-1940. Bron: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen.
Sluitsteen
Boven de toegangsdeur in de toren heeft zich een sluitsteen bevonden van zandsteen met een afbeelding van twee wapenschildjes. De steen is afkomstig uit de toren van vóór 1877. De wapens van de schildjes zijn vrijwel afgehakt. Vaag te herkennen zijn de kentekenen van de geslachten Rengers en Van der Noot, die in Weiwerd het collatierecht hebben uitgeoefend, het betekent, dat zij de predikanten en onderwijzers hebben kunnen benoemen. Edzard Rengers van Farmsum is overleden te Farmsum op 25 december 1694, gehuwd te Wittewierum op 9 januari 1687 met Catharina Van der Noot, overleden 6 maart 1706. Of de sluitsteen na de sloop van de kerk bewaard is gebleven, is niet bekend.
De sluitsteen boven de toegangsdeur van de toren. Foto: Eigen verzameling.
Dat van de sluitsteen de wapens gedeeltelijk zijn weggehakt, is destijds waarschijnlijk gebeurd op last van het Uitvoerend Bewind van de Bataafse Republiek bij een brief van 2 maart 1798[6]:
“…. Dat binnen de korst mogelijken tijd uit alle kerken en anderen publieke gebouwen tot dit voormalig gewest (=Groningen) behorende, weggenomen worden de wapenborden, eergesloeltes en andere tekens van onderscheiding, alsmede dat verbooden werden het dragen van liverijen, het voeren van wapens op koetzen en alles hetgeen strijdig is tegen de geheiligde wetten der gelijkheid…”
Archeologisch monument
De wierde, waarop de kerk en begraafplaats liggen, komt voor op de lijst van archeologische monumenten. Ingevolge de wet, mag niet dieper gesloopt worden dan 25 centimeter onder het maaiveld, waardoor de fundamenten in de terp behouden blijven. De rondom de kerk gelegen begraafplaats blijft in zijn oorspronkelijke staat bestaan. De sloop van de kerk is uitgevoerd door het slopersbedrijf B. Steenhuis te Scheemda.
Het Meijerorgel staat hier nog op de gallerij in de kerk van Weiwerd (1980). Collectie voormalige gemeente Delfzijl. Bron: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen.
Het Meijerorgel
Het orgel wordt in 1878, deels voorzien van oud pijpwerk, door de orgelbouwer Meijer in de kerk van Weiwerd geplaatst voor de somma van 800 gld. Het wordt op een galerij geplaatst. Later wordt het van de galerij gehaald en op de begane grond gezet.
In 1983 wordt het orgel, dat zich in zeer verwaarloosde staat bevindt, overgeplaatst naar de Ned. Herv. Kerk te Farmsum. Het is negen jaar lang niet meer gebruikt en de duiven hebben er nesten in gebouwd. Kerkvoogd A. Ellens van de Hervormde kerk te Farmsum heeft in maart 1982 het in slechte staat verkerende instrument vanuit Weiwerd naar Farmsum overgebracht. Samen met zijn zoon heeft hij het geheel gerestaureerd. Om het instrument de normale toonhoogte te geven, is de tractuur een halve toon verhangen. Ook het snijwerk aan de kast is weer gecompleteerd.
Op zondag 14 november 1983 wordt het orgel na de grondige restauratie door Ellens opnieuw in gebruik genomen. Bij deze gelegenheid geeft de bekende organist P. Wiersma een concert. Om de bruikbaarheid te vergroten, is het orgel op een verrijdbaar plateau gezet.
De orgelbank die Petrus van Oeckelen, samen met het zelfstandig pedaal voor het Lohman-orgel heeft gemaakt, doet tegenwoordig dienst bij dit Meijer orgel.
Dispositie
Prestant 8, (van zink) - Octaaf 2,- Fluit 4.-Fluit travers 8, disc (van hout) -Bourdon 8, (van hout). Thans omgebouwd naar orkesttoon[7].
Puin
Het puin van de kerk is gestort op de kraagstukken langs het Zeehavenkanaal in de haven van Delfzijl. Daar zullen de restanten tot in de eeuwigheid rusten.
Het Meijerorgel staat tegenwoordig op een verrijdbaar plateau in de kerk van Farmsum en wordt nog bespeeld. Foto: ©Jur Kuipers.
Verenigingen
Aan de kerk zijn de volgende verenigingen verbonden geweest:
Het Hervormde Kerkkoor Weiwerd, opgericht op 30 april 1947, opgeheven in 1992. de Vrouwenvereniging ‘Maria’ Weiwerd en de Meisjesvereniging ‘Lydia’ Weiwerd.
Een overzicht van het oude kerkhof dat bij de kerk heeft gelegen. Foto: ©Jur Kuipers.
De oude pastorie
De oude pastorie, betreft een dubbele woning die aan het Hooipad 1/3 heeft gestaan. Laatste eigenaar: Meindert Telkamp en Trijntje Telkamp-Bolt. Laatste bewoner nr. 1 Albert Klunder en Reina Klunder-Telkamp. Laatste bewoner nr. 3 Meindert Telkamp en Trijntje Telkamp-Bolt. Aangekocht door H.S.D. 24 januari 1975. Afgebroken in hetzelfde jaar van aankoop.
De oude pastorie is gebouwd in 1846 door aannemer Pieter E. Hoving te Weiwerd voor de som van 2910 gld. De acte van aanbesteding vindt plaats op 17 december 1845.
Pastorie verbrand
In 1814 is het dorp bijna geheel verbrand ten gevolge van de blokkade van Delfzijl door de Fransen. Ook de pastorie is vernield, zodat Weiwerd tot 1848 met Heveskes wordt gecombineerd.
Een deel van het oude kerkhof. Foto: ©Jur Kuipers.
Predikanten
Op 23 januari 1845 wordt de combinatie weer opgeheven, waarna Ulrich Jan Huber in 1846 tot predikant van Weiwerd wordt benoemd. Hij betrekt de nieuwe, in 1846 gebouwde pastorie. Ds. Huber houdt het 32 jaar in Weiwerd uit.
Van 1879 tot 1893 is de functie van dominee vacant en heeft er ook geen dominee in de pastorie gewoond.
In 1893 komt ds. Pieter Johannes van Griethuijsen (1893 tot 1897) naar Weiwerd en van 1897 tot 1902 is de functie weer vacant en heeft er ook geen dominee gewoond.
In 1902 komt ds. Bernardus Johannes Audier naar Weiwerd. Hij blijft daar tot 1906 en wordt in 1907 op gevolgd door ds. Jan Rijpma die de functie verricht tot 1914. In 1915 wordt hij opgevolgd door Ds. B. Boersma die zijn ambt tot 1921 heeft vervuld. Hij overlijdt op 5 augustus 1921.
Na 1921 hebben er geen predikanten meer in de pastorie gewoond.
Bewoners zijn dan achtereenvolgens:
1. Jacob Switters en Harmanna Switters-Kugel.
2. Familie Harm Bos.
3. Haijo Helmantel en Jantje Helmantel-de Vries.
4. Jan Dallinga en Hindriktje Dallinga-de Vries.
5. Berend en Jantje Dallinga.
Daarna wordt de pastorie verbouwd tot dubbele woning door Jan Mulder.
De bewoners aan het Hooipad 1, noord-oostzijde zijn achtereenvolgens:
1. Jan Mulder en Leen Mulder-Klunder.
2. Albert Klunder en Reina Klunder-Telkamp
Bewoners aan het Hooipad 3, zuid-westzijde zijn achtereenvolgens:
1. Derk Wolf en Antje Wolf-de Boer.
2. Meindert Telkamp en Trijntje Telkamp-Bolt.
Rechts de pastorie aan de Heemskesweg 17. Bron: eigen verzameling.
Laatste eigenaar: Herv. Gem. Farmsum-Oosterhoek-Meedhuizen, aangekocht door H.S.D. op 31 december 1976. De laatste bewoners zijn Gerrit en Catharina van der Zwam.
Gebouwd in 1951, afgebrand in 1980 en kort daarna opgeruimd.
De pastorie met er naast gelegen Verenigingsgebouw zijn in 1951/52 gebouwd voor de hulpprediker Johannes Kuiper en G. Kuiper-Huisman. Vanaf 1921 is de functie van predikant vacant. Van 1952 tot 1967 is Johannes Kuiper hulpprediker geweest en heeft die tijd in de pastorie gewoond. Hij is daarna vertrokken naar Nieuw-Buinen.
Daarna woont mevrouw H.G.A.J. van Dijk, hulpprediker er.
De pastorie van Weiwerd Heemkesweg 17, Collectie voormalige gemeente Felfzijl. Bron: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen.
Harm Johannes en Johanna Hendrika Wijntjes, broer en zus zijn hierna de bewoners van de pastorie. Zij komen uit Oterdum, Ol Loan E25. Hun woning moet wijken voor de aanleg van industrieterreinen. Harm Wijntjes is boekhouder geweest van het Waterschap Oterdum.
Een deel van het oude kerkhof op de wierde. Grafsteen rechts is van Remko de Vries. geboren 2 juni 1881, overleden 3 april 1901 te Weiwerd. Hij is een zoon van J. de Vries en J. Eisenga. Links daarvan staat de steen van Jan de Vries, geboren te Oterdum op 3 januari 1854 en overleden te Weiwerd op 2 april 1918. Hij is de echtgenoot van Jantje Eisenga. Foto: ©Jur Kuipers.
Familie Gerrit en Catharina van der Zwam zijn hierna de bewoners van de pastorie, zij willen in 1977 van de pastorie een opvangcentrum voor drugs en alcohol verslaafden maken. Dat geeft nogal wat onrust onder de Weiwerder bevolking. De bewoners vrezen dat het leefklimaat danig zal worden verpest.
Men begrijpt niet waarom het opvangcentrum juist in Weiwerd moet worden gehuisvest, omdat het beleid van de gemeente er de laatste jaren juist op gericht is de bevolking van Weiwerd zoveel mogelijk naar elders te laten verhuizen. Ook is men van plan het verenigingsgebouw voor het opvangwerk te gaat gebruiken. Het opvangcentrum heeft maar korte tijd bestaan.
Volgens de kranten heeft de heer Van der Zwam op de kerstavond van 1980 met een plaatsgenoot de pastorie in brand gestoken. Het is hem te doen geweest om de verzekeringsgelden.
Grafsteen van Fokko Brouwer, geboren te Weiwerd op 29 september 1861, overleden te Weiwerd op 22 augustus 1893. Hij is de echtgenoot geweest van Grietje Dethmers. Foto: ©Jur Kuipers.
De oude Kosterij aan de Heemskesweg 11
De laatste eigenaar is aannemersbedrijf Hageman en Wierenga geweest en de laatste bewoner Meindert Hageman en Fransien M. Hageman-Kraaij. De oude kosterij wordt aangekocht door de H.S.D op 28 april 1983.
Hier heeft o.a. de schoolmeester en koster Jacobus Schoonbeek gewoond. En sinds 1946 is hier het aannemersbedrijf Hageman en Wierenga gevestigd geweest, daarna is er het kantoor van Stevens Engineering B.V. gevestigd en sinds 1994 is het gebouw leeg komen te staan.
Bewoners:
1. Jacobus Schoonbeek en Reina Schoonbeek-van der Laan (Schoolmeester en Koster)
2. Martha Schoonbeek (schooljufvrouw)
3. Epko Blauw en Jannie Blauw-Alting
Vanaf 1946 is het gebouw verbouwd tot dubbele woning.
Bewoners:
4. Wildrik Brouwer
4a. Piet ten Have
Geertruida Brouwer-Meijer
Berendiena J.ten Have-Brouwer
5. Frederik Hageman
Lucretia Hageman-Mulder
Vanaf 1971 is het een eengezinswoning geweest.
6. Meindert Hageman en Fransien M.Hageman-Kraaij[8].
De kerk van Weiwerd (met oude kerkhof) staat hier nog fier overheind (met treuressen) in het midden van de wierde Weiwerd (1972). Gezien vanaf het Hooipad. Bron: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen.
Corpus Roemeling
Opmerking: De noten zijn hier noch in de tekst noch aan het eind opgenomen. Voor meer informatie verwijs ik naar het artikel van Roemeling op zijn website. In het gedeelte van Roemeling zijn géén wijzigingen of aanvullingan aangebracht. Roemeling vermeldt het volgende over Weiwerd:
Patroon: Pancratius
Bijzonderheden Wanneer deze parochie is gesticht is onbekend. De kerk was gewijd aan Pancratius, afgebeeld op het zegel van de pastoor Haye (1435). In 1877 werd een klok gekocht (herkomst onbekend) waarop onder meer de naam Kialingus plebanus. Met en eenvoudige versiering maar zonder verdere bijzondere kenmerken. Voor Weiwerd worden omstreeks 1500 twee priesters opgegeven. Het parochieregister van 1501 noemt hier een vicarie. Blijkbaar is hier later ook nog een prebende gesticht; althans in 1619 is sprake van vicarie- en prebendelanden alhier.
Pastorie
De predikant Cornelis Themmen (1664-1705) noteerde in het kerkenboek van Weiwerd de namen van hem bekende pastoors en predikanten. Zijn bronnen zijn niet alle bewaard gebleven.
1306 Ludolphus komt als pastoor alhier voor 13 mei 1306.
1406 Tyaert wordt als pastoor alhier genoemd 21 maart 1406. Themmen noemt hem op het jaar 1406.
1435 Haye zegelt als pastoor alhier 28 april 1435.
1485 Fredericus pastoor alhier, verklaart 5 maart 1485 destijds de Nicolaasprebende te Middelstum te hebben bezeten die hem door Oda ten Dijke was geconfereerd. Wanneer hij deze prebende bezat, viel niet nader te bepalen. Fredericus pastoor te Weiwerd, verklaart 3 maart 1485 destijds door Oda ten Dijke met deze prebende begiftigd te zijn.
1555 - 1567 Henricus Dyffelt wordt in 1555 als pastoor alhier geïnstitueerd en voldeed daartoe vier daalder. Als pastoor alhier komt hij voor 28 januari 1556 en omstreeks 15 juni 1567. Themmen noemt hem hier in 1556.
voor ca 1580
Enno Eppens deelt (onder het jaar 1586) mee dat de Oostfriese graaf Edzard te Westerhusen ‘een prediger Enno genoempt, een papist gewest to Weiwert, uth Hollandt verbannet, van Heshuysio angenomen, tegens wille und consendt der meete (laat) instellen myt syn borchkechten und voetknechten’waarbij de voornaamste kerkvoogd beboet wordt met 200 daalder, op 20 december 1586
...want he wiser wolde wesen als Sijn Genade und den prediger hadde geweret und beruchtiget und die meente uprisset..
Gezien zijn reformatorische opvattingen zal Enno voor omstreeks 1580 hier geplaatst moeten worden. Reershemius noemt hem niet te Westerhusen doch zijn lijst toont hier mogelijk een hiaat (tussen Cornelius Poppius, nog daar in 1569, en Petrus Aemilius, reeds hier in 1591). Te Beets-Oudendijk (NH) wordt een Ae. Adriani in 1580 als proponent toegelaten, daar ontslagen in 1581. Een Ennius houdt zich in 1582 en 1583 te Burgwerd, Hichtum en Hartwerd op; een persoon van gelijke naam staat omstreeks 1600 te Oudeschoot doch Romein durft niet te zeggen of het dezelfde is, hoewel het hem niet geheel onwaarschijnlijk lijkt. Wellicht betreft het hier de Weiwerder Enno.
ca 1581 Egbertus Mengerinck heeft hier als pastoor gestaan en vertrok naar Uitwierde waar hij later predikant werd. Mogelijk is hij reeds voor 25 oktober 1581 van hier vertrokken; zeker was hij daar reeds 24 maart 1582.
1581/2-1617 Egbertus Mengerinck
De Luitenant Johan de Mepsche deelt 25 oktober 1581 aan de Hoofdmannen mee volledig in te stemmen met het vanwege de Kamer gezonden inhibitiemandaat aan de pastoor alhier, zijnde een ketter. Wellicht had de inhibitie betrekking op Egbert, 24 maart 1582 genoemd als pastoor alhier, danwel op diens voorganger die dan moet zijn afgezet of eigener beweging van hier is vertrokken. Egbertus Mengerinck was voordien pastoor te Weiwerd waar zijn opvolger in 1582 in functie trad.
Als pastoor alhier komt Egbertus Mengerinck voor 8 augustus 1584 en in 1589. Reformatie De synodale acta van 14 juli 1595 noemen hem onder de voormalige pastoors die nog onder classicaal examen staan, met Uitwierde als standplaats.
Op 11 mei 1596 wordt hem door de synode opgelegd zich opnieuw aan een classicaal examen te onderwerpen. Zijn verzoek aan de classis Loppersum met haar consent de ‘vicarie’ (de tweede predikantsplaats) te Godlinze te mogen bedienen wordt 31 maart 1606 afgewezen.
Hij bediende vanaf tenminste 1604 ook Marssum hetgeen tot herhaalde klachten aanleiding gaf. Mengerinck stierf 8 oktober 1617 Over het genadejaar werd langdurig geprocedeerd tussen zijn weduwe en zijn opvolger, Laxtenius.
1582 Gerardus ten Ham wordt door Themmen als pastoor alhier vermeld in 1582. Misschien is hij dezelfde als Gerhard ten Ham, die in 1584, nog niet in 1583, en niet meer na 1603 predikant was te Grotegast (Ofr.).
1588 N.N. pastoor te Meedhuizen, gewezen vicarius te Leermens, wordt genoemd 21 mei 1588. Van de geestelijken te Leermens is te weinig bekend om te kunnen bepalen of veronderstellen wie hier bedoeld is.
Op 17 december 1591 procedeert de pastoor alhier tegen de volmachten van Weiwerd over zijn gevangenschap; de Hoofdmannen bepalen dat hij vrijgesteld zal worden van de schatting van 80 grazen land, te Weiwerd gelegen.10 Op 23 juli 1592 bepalen zij dat de pastoor alhier eens en voor al 50 Emder gulden zal ontvangen van de ingezetenen van Weiwerd;11 een en ander kan eveneens verband houden met zijn gevangenname door Staatse troepen (vanuit Oterdum?).
1590 Martinus Nerdanus wordt door Themmen als pastoor alhier vermeld in 1590. Zowel hem als de voorgaande vonden wij niet op andere wijze vermeld.
Reformatie
Over de bediening van de gemeente van 1594/5 tot 1599 is ons niets bekend.
1598 - 1599 Joannes Artopaeus
aanvankelijk predikant en vanaf 1596 schoolmeester te Winsum, is hier reeds omstreeks Pasen 1598: in 1598 wordt hem tractement uitbetaald waarvan het eerste kwartaal verscheen Midzomer 1598, uit de inkomsten der geconfisqueerde kloostergoederen. Rekeningen, anterieur aan die over 1598, bleven met betrekking tot het klooster Scharmer niet bewaard; ook die over enkele latere jaren ontbreken.
Op 2 juni 1599 wordt hem wegens de bediening van Scharmer nog en kwartaal tractement, verschenen Pasen 1599, uitbetaald. In 1599 vertrok hij naar Weiwerd.
1599 - 1616 Joannes Artopaeus kwam hier volgens Themmen in 1599 van Scharmer; aldaar werd hem tot Pasen 1599 tractement betaald.
Hij bediende in (tot) 1604 eveneens Borgsweer en overleed alhier 15 februari 1616.
Zijn relatie tot Rudolphus, predikant te Appingedam, Peter, vanaf tenminste 1611 tot eind 1624-begin 1625 schoolmeester te Wagenborgen die voorstander was over de nagelaten dochter van Joannes, Valentinus, predikant te Opende, en Abraham, predikant te Scharmer, is ons niet bekend.
1613/4- 1616 Regnerus Wolffius voordien conrector te Appingedam, wordt na 4 mei 1613 doch voor 17 mei 161430 predikant alhier. De classis wordt 17 mei 1614 door de synode gelast erop toe te zien dat ook Marssum wordt bediend. Als predikant alhier komt hij nog voor 17 mei 1616.
Op 17 oktober 1616 komt hij met zijn gezin naar Weiwerd. Een door een van zijn opvolgers opgestelde lijst van predikanten aldaar noemt hem eerst rector te Appingedam, daarna predikant alhier en conrector te Appingedam. Ook het Album Gymnasii Dammonensis noemt hem rector en wel van 1600 tot 1607; in 1607 zou hij door de classis geëxamineerd zijn.
Waar hij echter in 1584 of 1585 werd geboren kan hij zeker niet voor 1607 naar Appingedam zijn gekomen. Het rectoraat wordt te Appingedam vanaf tenminste 1600 en waarschijnlijk eerder bediend door Henricus Wilhelmi die als rector nog 7 september 1607 voorkomt.
Als gewezen rector wordt hij 14 augustus 1613 genoemd. Conrector was reeds in 1600 Nicolaas Reichvelt die als zodanig nog 8 juni 1610 in functie is. Wolffius wordt 7 mei 1613 als conrector alhier genoemd; de predikant te Appingedam verzoekt dan voor hem promotie tot het predikambt.
Men zie voor hem ook onder Blijham. Niet onmogelijk bleef hij tot 1616 tevens conrector. In 1617 wordt Hermannus Tamken (zie Siddeburen) conrector te Appingedam.
Op 10 april 1616 gelast Johan Rengers te Slochteren de kerkvoogden alhier niet voort te Gaan met de ‘electie ofte bestedinge des pastoirs aldaer’. Kort daarop is hier beroepen
1616 - 1662 Regnerus Wolffius predikant te Solwerd, die volgens zijn eigen aantekening met zijn gezin hier kwam 17 oktober 1616. Hij stond hier tot zijn overlijden 7 juni 1662. Hij was afkomstig uit Bremen en werd in 1584 of 1585 geboren.
1626 Regnerus Wolfius predikant te Weiwerd aan wie per Midwinter 1626 ‘voor een iaer bedieninge van de pastorije Hevesches’ het jaarlijkse traktement uit de kloostergoederen werd betaald.
Het per Midwinter 1627 werd betaald aan (Hero) Maurits Ripperda ‘tot profijt van den geenen soe de Pastorijen dienst anno 1627 heeft verwaltet’. Of dit Wolfius is geweest is niet bekend.
Het per Midwinter 1628 verschenen jaartraktement werd betaald aan Joannes Ulcken.
De Hoofdmannen gelasten 16 januari 1596 ten spoedigste alhier een predikant te beroepen; of daaraan gevolg is gegeven is onbekend. In 1602 moet de gemeente een predikant gehad hebben, waarschijnlijk echter in combinatie met Weiwerd (Zie hierna).
De synode legt 15 juni 1602 de commandeur van Oosterwierum op pastorie en kerk ‘gebörlick up(te)buwen’ en de predikant de hem toegekende 50 daalder zonder dralen uit te betalen. Omdat de commanderij binnen de gemeente Heveskes lag moet de predikant alhier bedoeld zijn.
Blijkens mededelingen uit 1604 is Heveskes gecombineerd met Weiwerd welks predikant.
Vicarie en prebende
Wanneer de landdag 20 november 1609 besluit het tractement van de predikant te verhogen geschiedt dit onder voorwaarde dat het kerspel eerst overgeeft een staat van de pastorie-, vicarie-, prebende- en kerkengoederen. Blijkbaar zijn er twee van elkaar te onderscheiden lenen geweest.
De vicarie wordt reeds in 1501 genoemd, de prebende is dus van later.
Vicarie
1565 N.N. wordt in 1565 geïnstitueerd als vicarius alhier en voldoet daartoe drie ‘ort daeler’.
Prebende
1528 Dirck Gerritsz. Kort voor 1 september 1528 schrijft proost Boelo Ripperda aan zijn broer (namelijk Omko Ripperda) met het verzoek om schriftelijke goedkeuring van de door hun nichten (Ripperda) te Godlinze, de abt van Oldenklooster en Julle op den Hoern gekozen kandidaat voor het leen te Weiwerd.
Op 1 september 1528 schrijft Omke aan zijn broer Boelo, proost en hoofdeling te Farmsum, de voormelde keuze te bevestigen. Op dezelfde dag verklaart heer Dirck Geertsz. de jonkers en hoofdelingen Bolo Ripperda, proost te Farmsum, en Omko te Hinte (Ofr.) trouw te zijn in alle zaken waar deze zijn trouw behoeven en verder eerzaam en deugdzaam de prebende te vervullen waarmee deze hem hebben voorzien. Een plaats wordt niet vermeld maar zonder twijfel is het bovengenoemde leen te Weiwerd bedoeld.
Opmerking: De noten zijn hier noch in de tekst noch aan het eind opgenomen. Voor meer informatie verwijs ik naar het artikel van Roemeling op zijn website. In het gedeelte van Roemeling zijn géén wijzigingen of aanvullingan aangebracht.
De monumentale grafzerk uit de kerk van 1877, afkomstig uit de kerk van vóór 1877, van Trijntje Lammerts.
Zie: De geschiedenis van Weiwerd. Hierin staan nog meer gegevens over de kerk van Weiwerd.
Filmpje over Weiwerd op Youtube.
Plaatselijke Tijd - Oosterhoek: Weiwerd, Heveskes en Oterdum.
Voor de laatste keer nog éénmaal in de oude schoolbanken van de openbare lagere school van Weiwerd tijdens de Open Monumentendag op 13 september 1997. Uit de collectie van de voormalige gemeente Delfzijl. Bron: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen.